ARN bouwt fabriek voor luierrecycling

IKN-lid ARN te Weurt bouwt, na ruim een jaar testen met een proefinstallatie een fabriek voor de recycling van baby- en incontinentieluiers. ARN heeft deze installatie ontwikkeld in samenwerking met ‘buurman’ Waterschap Rivierenland en Elsinga Beleidsplanning & Innovatie (EBI).

 

luier-baby foto

 

De bouw bestaat uit twee fasen. Aan het einde van dit jaar zal de installatie een capaciteit hebben van 5.000 ton per jaar. Deze capaciteit is reeds bijna helemaal volgeboekt. Na voltooiing zal de installatie in de toekomst 15.000 tot 20.000 ton luiers per jaar kunnen verwerken.

Recycling van een ton luiers levert een CO2-besparing op die te vergelijken is met een autorit van 2.000 kilometer, ten opzichte van verbranden met energieterugwinning. Dit blijkt uit een levenscyclusanalyse uitgevoerd door CE Delft. In deze vergelijking levert recycling voordelen op voor de milieuschadecategorieën menselijke gezondheid, ecosystemen en grondstoffen, en dat tegen lagere kosten. Uit de luiers ontstaan de producten biogas, biomassa en plastics. In de vergelijking is de hele keten meegenomen, van inzameling tot en met het genereren van de eindproducten.

Gekozen is voor de techniek van ‘thermische druk hydrolyse’. Speciaal voor deze toepassing is een speciale verwerkingsmethode en een op die methode afgestemde reactor ontwikkeld. De recyclingmethode is gebaseerd op het verhitten van gebruikte luiers tot 250 °C met behulp van stoom. Proeven hebben uitgewezen dat deze methode het best werkt wanneer de luiers gemengd met rioolwaterzuiveringsslib worden behandeld. De inhoud van een luier is namelijk niets anders dan de samenstelling van rioolwaterzuiveringsslib. Om die reden is Waterschap Rivierenland bij het toepassen van deze techniek betrokken. Bijzondere meerwaarde van deze techniek is dat naast ziektekiemen ook restanten medicijnen nagenoeg volledig worden afgebroken.